Een recht moeten hebben
« Les conventions légalement formées tiennent lieu de loi à ceux qui les ont faites » (code civil, art. 1134, al. 1).
Een recht hebben betekent dat degene die dat recht heeft, iets mag doen of iets mag nalaten. Dat mogen betekent dat het activeren van een recht geen plicht is maar een bevoegdheid, je mag ervan gebruik maken maar niets moet.
Rechten kun je krijgen en maken. Je krijgt ze van de wetgever of je maakt ze door ze op te schrijven in een contract. Een contract strekt partijen tot wet, zo stelde het burgerlijk wetboek onder Napoleon al.
Nu is er een nieuw fenomeen bij gekomen: niet het recht hebben om iets te doen of te laten, maar het recht hebben om zijn/haar pad niet door een ander te laten kruizen, dus een recht hebben om een ander de plicht op te leggen uit jouw buurt te blijven.
Dus, de ruimte om je heen in de publieke sfeer is een bewegend stuk persoonlijk bezit geworden waarop het civielrechtelijke absolute eigendomsrecht van toepassing is en dat jou dan het recht geeft om anderen daaruit weg te houden, en dan niet anderen in het algemeen, maar specifieke anderen die door de overheid zijn aangewezen en welke anderen zelf dat recht dan weer niet hebben.
Samengevat: gevaccineerden hebben ineens een recht gekregen om niet blootgesteld te worden aan niet-gevaccineerden maar die niet-gevaccineerden hebben dat recht niet, die hebben enkel de plicht om dat recht van die anderen te respecteren.
Ik denk dat een recht op verschoond blijven van het kruizen zijns/haars weegs door een ander in de openbare ruimte al zeer bedenkelijk is en dat, als we dat aannemen, dat recht gepaard moet gaan met de plicht om ook de niet-gevaccineerden datzelfde recht te geven en dus hun het recht te geven om evenmin door gevaccineerden in hun zone benaderd te worden. Eerstgenoemden mogen dan op gelijke wijze gebruik maken van dat aanbod in de samenleving (zoals restaurantbezoek, uitgaan, bioscoop) dat uitgerekend deze groep wèl wil bedienen, of … en dat zou nog beter zijn: beide groepen maken van hetzelfde aanbod gelijktijdig gebruik omdat geen van hen de ander als anders wil zien, en aangezien het hebben van een recht ook de bevoegdheid impliceert om daarvan geen gebruik te maken, zou dat mogelijk moeten zijn (met een vaccinatiegraad van 85%).
En waarom bestaat die laatste optie niet, en verwordt het hebben van het hier genoemde recht van gevaccineerden tot een plicht om de ander uit te sluiten? Het mogen wordt een moeten. Maar: is het niet de onderlinge afspraak die partijen tot wet kan strekken en niet de wetgever die partijen een contract oplegt dat niet op wederzijdse wilsovereenstemming is gebaseerd?
Mijns inziens is niet alleen sprake van schending van het discriminatiebeginsel maar worden hier en nu ook de basisbeginselen van het civiele recht zoals dat al eeuwen geldt, geschonden.
De ruimte om een persoon wordt een goed dat bekleed wordt met een eigendoms- of een hoogst persoonlijk vermogensrecht (het heeft een geldswaarde gekregen want een inbreuk erop wordt als schadeveroorzakend beschouwd), waarvan de schending onrechtmatig is, en de stap naar strafbaarstelling is dan nog maar een eenvoudige stap. Het publieke domein van 1,5 meter rondom eens persoons lijf is geprivatiseerd en gelijktijdig gecriminaliseerd: eerst worden burgers tegen elkaar opgezet in het kader van het civielrechtelijke mijn en dijn en dan volgt de bestraffing.
Van de uitganspunten van het civiele recht zoals dat ooit in de eerdergenoemde code napoleon stond, is nog maar weinig overgebleven.