Blog
Nareizen, terugreizen, ausreisen ….
“In 2017 zijn
30.635 asielzoekers en nareizigers geregistreerd. In totaal ontving
Nederland afgelopen jaar 2 procent minder asielzoekers en nareizigers dan in
2016. In 2017 werden 16.145 eerste asielverzoeken ingediend en arriveerden
14.490 nareizigers. Het aandeel nareizigers in het totaal kwam daarmee uit op
47 procent“, vermeldt de SER. Weet ú wat nareizigers zijn? Zij die hun
paspoort waren vergeten, bij de grens naar huis gingen om het nog snel op te
halen terwijl moeders met de kids alvast doorreizen? Nee, “Wanneer een
asielzoeker een positieve beschikking van de IND heeft dat
hij/zij een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (voor vijf jaren)
heeft in Nederland, zal hij/zij binnen drie maanden na de datum van de
positieve beslissing om nareis van zijn/haar gezinsleden moeten vragen. Dit
heet de nareistermijn”
dus: familieleden van asielzoekers. Van harte gegund, en als we
dan ook nog eens constateren dat vrijwel alle asielzoekers uit landen komen
waar geen democratie en rechtstaat is, en evenmin een scheiding tussen geloof
en staat, dan baart dit zwaan-kleef-aan -principe wel zorgen. Met een cursus
Nederlandse taal is daarmee zelfs nog geen begin gemaakt met het duidelijk
maken dat rechten ook plichten meebrengen, dat de herwonnen of nieuwe vrijheid
ook respect betekent voor de vrijheden van anderen, dat dat nu juist de basis
is van een democratische samenleving: bescherming van minderheden waarbij
niemand zich een vrijheid toe-eigent die schade berokkent aan die van een
ander. Minderheid of meerderheid, respect voor elkaars (on)geloof moet er zijn,
en dat valt soms zwaar. Zorgen alom …
En dan Lily en
Howick: groot geworden met de Nederlandse taal
en waarden en normen, geen cursus nodig om ze te vertellen dat er mensen zonder
geloof leven in dit land, mensen met heel diverse geloven en dat we dat
allemaal over en weer moeten respecteren. Kinderen die in het Nederlands denken
en dromen en die, behalve in Vlaanderen en Suriname, nergens anders terecht
kunnen om te blijven leven in hun moedertaal….
Hadden zij maar
een vader, moeder, broer of zus gehad die uit
Syrie kwam, of uit een ander land op de asiellijst, dan konden ze nareizen. Nu
hoefde dat niet eens, ze waren hier al ruim 8 jaren. En ineens werd er
gesproken
van ‘terugreizen’. Maar waarom mogen (democratie-en rechtstaat-)vreemden wel
nareizen en moeten anderen ineens weer terugreizen, nareizen naar een land dat
het hunne niet is. Is dat dan nareizen in omgekeerde vorm? Bestaat er dan zoiets
als een plicht om van het recht op nareizen gebruik te maken ookal gaat de reis
dan de andere kant op? Of zijn zij verplicht om van een eventueel (vermoedelijk
niet bestaand) Armeens recht tot nareizen gebruik te maken? Nareizen wordt
dan ‘ausreisen’; zij die nog geen idee hebben van het samenleven met
andersdenkenden in Europa zoals christenen en atheisten, homo’s en werkende
vrouwen, komen
aan op Schiphol en passeren dan, wanneer ze richting de trein lopen, Lily en
Howick
die naarstig zoeken naar de juiste incheckbalie om ook na te reizen, maar nu
als plicht. Misschien kijken ze elkaar nog snel even aan, ergens op de zich
naast elkaar bevindende roltrappen, in het voorbijgaan…. de éne groep geen idee
hebbend waar zij terecht zijn gekomen, de andere twee geen idee hebbend waar
zij naartoe gaan… Gelukkig
is het tij gekeerd, en wellicht kan men nu dan de gelegenheid ook eens
aangrijpen om het nareizen als recht te heroverwegen.