TUCHTRECHT gedragsregel 28

TUCHTRECHT gedragsregel 28

Massa is kassa maar ….

Massa is kassa, en dat geldt ook voor menig advocaat. En een advocaat is tevens vaak een ondernemer dus waarom ook niet, hoe meer zaken hoe beter.

Echter:  stuit de advocaat tijdens zijn acquisitie op een eventueel toekomstige cliënt die al een zaak heeft lopen bij een andere advocaat, dan gelden toch ook nog de gedragsregels die roet in het eten kunnen gooien: een advocaat onthoudt zich immers in beginsel van eigen initiatieven om in een lopende zaak een cliënt van een andere advocaat tot de zijne te maken. Dus: actief een ander benaderen om deze te bewegen naar hem over te stappen is niet geoorloofd.

Aan de andere kant heeft ieder wel recht op vrije advocaatkeuze en daarmee geldt ook: krijgt een advocaat een verzoek de behandeling van een zaak, die reeds bij een andere advocaat in behandeling is, over te nemen, dan mag dat.

Ronselen of verzoeken

De vraag is nu: wanneer is er sprake van het nemen van een eigen initiatief om een lopende zaak die in behandeling bij een andere advocaat is, over te nemen, en wanneer is er sprake van de vrije advocaatkeuze?

Gedragsregel 28 heeft betrekking op, wat men noemt: ronselen. Ronselen wordt gedefinieerd als ‘dwingend werven’ door de opvolgend advocaat.    

De vrije advocaatkeuze heeft betrekking op het doen (door de rechtzoekende) van een verzoek aan een (andere) advocaat om deze bij te staan.  Zie:

Letterlijke lezing van artikel 4 lid 1 onder a Richtlijn 87/344/EEG expliceert dat het – voor de gelding van de vrije advocaatkeuze – moet gaan om een verzoek (‘wordt gevraagd’) aan een advocaat of andere persoon”[1]

Tegenover elkaar staan dus: dwingend werven door de advocaat enerzijds en het doen van een verzoek door de (toekomstige) cliënt anderzijds.

Waar ligt nu de grens? De toelichting op de gedragsregels geeft enige houvast:

Het uit eigen beweging proberen te werven van cliënten van een andere advocaat, al dan niet door betaling, laster of smaad ten aanzien van de behandelend raadsman, onoorbare druk of oneigenlijke motieven (ook wel: ‘ronselen’), is niet toegestaan en in strijd met hetgeen een goed advocaat betaamt.

Niet toegestaan: geld bieden, nare dingen zeggen over de voorgaande advocaat, op onfatsoenlijke manier druk uitoefenen of zich bijvoorbeeld de zaak toe eigenen omwille van het ‘massa is kassa’- principe zonder zich nu zo zeer om de zaak zelf te bekommeren.  

Second opinion als rookgordijn

Nu ben ik zelf betrokken bij een tuchtzaak waarin de opvolgend advocaat een zaak overnam van een andere advocaat in een lopend dossier en dit nadien verantwoordde als zijnde een second opinion, waarvan hij de inhoud niet wil delen met de vorige advocaat.

Het is een wel heel makkelijke manier om zich aan de discussie van Gedragsegel 28 te onttrekken: het antwoord op de vraag of er sprake was van dwingend werven dan wel van een eigen verzoek van de cliënt zelf, blijft gehuld in de nevelen van de second opinion.

Wordt vervolgd

Deze zaak is verworden tot een tuchtzaak en loopt nu bij de Raad van Discipline. In een volgende blog meer hierover. 


[1] Vrijheid verzekerd? Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrije advocaatkeuze in rechtsbijstandverzekeringen mr. D.B. Holthinrichs, 2018.

Sharing is caring!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *